Reisverhaal: De Saône tot Lyon, de Seille, de Doubs en het Canal d’Alsace.

Auteur: Walter Decock, voorzitter IJzervaarders vzw
Vaarroute: De Saône tot Lyon, de Seille, de Doubs en het Canal dAlsace.
Jaar: 2010

Dag vaarvrienden,

Onze reis van 2010 bracht ons door het prachtige Frankrijk, ons lievelingsland. Dit jaar gingen we tot onze verste bestemming, Lyon. Om gezondheidsproblemen te vermijden, gaan wij nooit verder naar het zuiden. De lage bloeddruk van Nicky laat dat niet toe, zelfs nu waren er moeilijkheden door de aanhoudende warmte van 23 juni tot midden juli.


Info: Ons schip is een Babro kruiser, 11.20 AK, met een 120 PK Iveco. Het schip is uitgerust voor een lang verblijf aan boord, met was/droog combinatie, diepvriezer 110L, generator en extra dieseltanks. Wij blijven 5 maanden aan boord, van eind april tot eind september, varen bijna uitsluitend in de voormiddag, om zo volop te genieten van de bezochte
regio’s.

De aanlooproute via Canal du Nord, Oise, Seine, Canal du Loing, Canal de Briare, Lateral à la Loire en Canal du Centre, was al bekend vaargebied. Daarover gaat dit artikel dus niet. We willen jullie wel warm stoken om de neus eens verder te steken en de schitterende Saône verder af te varen. Na de vele sluisjes op de kanalen, komen we op een totaal ander vaarwater terecht, open rivier. Het voordeel is dat je veel sneller opschiet, maar wij houden nu eenmaal van de rustige kanaalvaart. Toch moeten we deze uitstap aan iedereen die de tijd heeft, aanraden.

Na de laatste sluis van het Canal du Centre, komen we al snel in Chalons sur Saône. We slaan deze stop over omdat we er al geweest zijn, en ook omdat de prijzen er de pan uitgeslagen zijn, zeker in het hoogseizoen. We varen naar Tournus, aan km 112. Hierbij nemen we de eerste grote sluis, Ormes. Niet vergeten: zwemvest dragen verplicht!

Tournus is een aanrader. Een mooi oud centrum, verzorgde aanlegplaatsen met alle comfort en gratis, en zeer lekker eten in “La Bohème”. Jullie moeten alleen opletten tussen vrijdag- en zaterdagmiddag, dan is een groot deel van het ponton gereserveerd voor huurboten. Het “Hotel Dieu” is absoluut een bezoekje waard.

Minder dan 3 uurtjes varen, zonder sluis, brengt ons in Mâcon. We hadden snel door dat de beste aanmeermogelijkheid aan de overkant lag, in St. Laurent. Veel rustiger en op één brugoversteek van de stad, met een zeer goed restaurantje aan de steiger, en een uizicht om u tegen te zeggen. Dineren met zicht op je eigen bootje heeft wel iets. De stadswandeling is de moeite waard, en niet te lang.

Onze volgende stop was in Montmerle, een verzorgde gemeente, met veel bloemen en een prachtig uitzicht van op “La Chapelle”. Hier moest er wel betaald worden 10€, maar met liefst 40A stroom. Zware gebruikers, dit is the place to be.

We gaan rustig verder, jullie hebben al lang door dat wij houden van korte dagtrips, tot Trévoux. Aanleggen aan de camping, met een schitterend uitzicht op het middeleeuws stadje, aan 5€ per nacht, all in. Dit noemen we nog eens prijzen, alleen moet natuurlijk eerst het dure vaarvignet betaald worden.

Alle informatie die we onderweg kregen, doet ons besluiten Lyon te bezoeken vanuit Trévoux, wel met het schip natuurlijk. We vertrekken daarom rond 7 uur en zijn zo rond halftien al in Lyon, aan Quai Joffre, de bekende aanlegplaats.

Onze informatie wordt bevestigd, het is er vuil, clochards liggen nog te slapen, en het stinkt er naar …. De stad is wel een bezoek meer dan waard. Je moet wel van goeden huize zijn, het aantal trappen is niet te tellen. Daarvoor krijg je dan ook een onbeperkt vergezicht van op Notre Dame, de basiliek.

Na de middag varen we mooi terug naar Trévoux, waar we onze ligplaats konden reserveren.

We gaan nu stroomopwaarts en houden het voor bekeken in Belleville. Weer een mooi, gratis ponton, met alle voorzieningen. Hoog tijd om de boot een poetsbeurt te geven, en een rustige wandeling te maken. Ook wij moeten bekomen van de steile klimpartij in Lyon. Hier besluiten we om van de gelegenheid gebruik te maken en de Seille te verkennen.

Na een tussenstop in St. Laurent, je weet wel, tegenover Mâcon, gaan we aan km 106 deze rivier op. Aan sluis La Truchère worden we verwelkomd door twee studenten. Vanaf nu moeten we zelf de sluizen bedienen, handmatig. Gelukkig varen wij allebei, ook in sluizen. Dat vergemakkelijkt alles aanzienlijk. Nicky zet mij af voor de sluis, ik maak alles klaar, zij vaart in, versast, en pikt mij aan het laddertje op in het uitvaren. Het werkt perfect, en snel.

Met een mooie tussenstop in Loisy ( op weekdagen gratis, met E/W), gaat het verder tot het eindpunt Louhans, het stadje met de 157 arcades. We vinden gelukkig een plaats onder de bomen, het is warm, en alle schaduw is welkom. Aanmeren hier kost 8,40€, wel inclusief douche en natuurlijk E/W.

We blijven enkele dagen uitrusten en gaan dan de Seille af. Het is, voor de iets avontuurlijker schipper, een echte aanrader. We genieten volop van onze trip door de natuur en de zelfbediende sluisjes (voor de minder ervaren kapitein, het zijn er maar 3). Na een nieuwe tussenstop in Tournus, komen we opnieuw in bekend vaarwater: de Saône.

Het blijft natuurlijk mooi varen op deze prachtige rivier. Omdat het weer omslaat beslissen we in Gercy te stoppen. We vinden hier een vlottend ponton aan de camping, wel zonder voorzieningen maar gratis. Gelukkig liggen we goed vast want er steekt een zwaar onweer op met hevige windstoten. We helpen dan maar de laatkomers met aanmeren, alle hulp is nodig om veilig aan te meren. Als laatste nemen we zelfs een huurschip langszij. De schipper, een Amerikaanse advocaat, trakteert ons op een zeer goede chardonnay en we hebben nog een gezellige avond, ondanks het rotweer.

Om half negen gaan de trossen los en varen we het korte stukje naar Seurre. De boxen zijn breed en de steigers lang genoeg, dus een perfecte haven om aan te meren. Voor ons geen probleem, maar de dwarswind en de stroming zorgen voor de nodige paniek bij de talrijke huurschepen. Gelukkig nemen de enkele aanwezige eigenaars het zekere voor het onzekere en helpen alle schepen veilig binnen. Van de Franse nationale feestdag maken we gebruik om een extra dag te blijven liggen en Nicky kan het niet laten de lakens te wassen. Het weer is er perfect voor, zon en veel wind. Ondertussen amuseer ik mij met schepen binnenloodsen, wat gezien deze wind nodig blijkt. Na de middag maken we de mooie maar korte stadswandeling en zijn net op tijd terug voor het volgende onweer los barst.

Donderdag 15 juli liggen we om 8.45 uur voor de eerste sluis van vandaag, onze laatste op de Saône. Alles gaat vlot en met 1500 toeren aan 11 km/uur gaat het snel, voorbij St. Jean de Losnes, naar de ingang van het Canal Rhone-Rhin, 3 km voorbij deze bekende watersportplaats. Eens boven in de sluis, moeten we ons aanmelden bij de sluiswachter en krijgen ons kastje om heer en meester te spelen over de automatische sluizen. Ons volgend avontuur kan beginnen. De Doubs = Canal Rhone-Rhin, is nieuw voor ons, en we zijn zeer nieuwsgierig naar wat ons te wachten staat. We hebben al zoveel verhalen gehoord over dit vaarwater dat we nu wel eens met eigen ogen willen zien wat de waarheid is.

De Doubs blijkt een prachtige rivier met afwisselend gekanaliseerde stukken. Hier zijn portes de garde aangebracht, om in geval van crue, de bewoonde delen te beschermen tegen het snel wassende water bij regen. Jullie moeten echter geen angst hebben van dit fenomeen. Voor elke sluis, kant rivier, zijn mooie vlottende steigers aangebracht, zodat je veilig kan meren, zelfs als de veiligheidsdeuren sluiten. Je ligt hier zelfs schitterend, met unieke uitzichten over de rivier. Onze snelheid van de grote rivieren gaat natuurlijk omlaag, en het aantal sluizen gaat stevig omhoog. We zijn weer in onze geliefde habitat, rustig kabbelen en veel afwisseling. Onze eerste stop, na 27 km, is in Abergement la Ronce, aan een nieuwe steiger. Geen kosten maar ook geen luxe, de bakker uitgezonderd.

Vrijdag varen we de enorme afstand van 12 km, met 6 sluisjes, tot Dole, geboorteplaats van Pasteur. We zijn er al om 11 uur, dus alle tijd om inkopen te doen. De haven, uitgebaat door een verhuurbedrijf, is in vrij slechte staat en zorgt voor een stevige kras op onze romp, wie niet vaart, heeft geen krassen, en de verffabrikanten moeten ook leven. We gebruiken de volgende voormiddag om deze mooie stad te bezoeken en varen om 11 uur weg voor een vermoeiende 7 km met 2 sluizen tot Rochefort. Hier ontdekken we voor het eerst de vermelde steigers op de rivier. Het is hier zo mooi liggen, dat we nog verschillende keren gebruik maken van deze aanlegmogelijkheden.

Ondertussen hebben we gezelschap gekregen van Waalse toervaarders uit Luik. We zullen de rest van onze reis regelmatig samen varen. De politiek kan hier misschien een lesje uit trekken, want wij hebben geen enkele keer ruzie gemaakt! Met tussenstops in Ranchot (7€ met E/W, lekker eten in hotel de la marine en port party met de schippers), in Saint Vit (weer zo een ponton op de rivier en mooi wandelen) en Thoraise (voor de korte tunnel), varen we de laatste 12 km naar Besançon. De eerste sluis is een dubbeltunnel), varen we de laatste 12 km naar Besançon. De eerste sluis is e maar wordt bediend en men neemt lekker de touwen aan. De volgende sluizen gaan weer met ons kastje en vragen soms improvisatie en ladders klimmen om de touwen om de bolders te krijgen, zeker als je niet als enige schip versast. Onze ervaring en goede fysiek komen van pas. Het water staat vrij laag en we varen dan maar niet rond de stad maar nemen de tunnel. De aanlegsssteiger van deze grotere stad is splinternieuw en perfect uitgerust.

We beslissen snel hier enkele dagen te blijven liggen. Deze Vauban-stad is een bezoek overwaard, en één dag is zeker niet genoeg om alles te ontdekken. Het weer is soms spelbreker en de paraplu komt van pas.

Zaterdag 24 juli vertrekken we met onze nieuwe Luikse vrienden en vinden de eerste sluis in panne. Gelukkig werkt VNF ook hier vlot en kunnen we snel verder, nu ja, 12 km tot Novillars aan weer zo een prachtig gelegen ponton. In Laissy vinden we opnieuw zo een plekje en natuurlijk gaat dan de rem erop (na 9 km en 3 sluizen). Jullie weten ondertussen al dat wij luie schippers zijn en graag genieten van elke mooie aanlegmogelijkheid.

In Baume-les-Dames blijven we langer voor onze menagestop. Dat moet ook gebeuren. We worden verrast door een zondvloed en de raampjes waren niet volledig gesloten. Zo doet de dweil ook weer dienst en ga ik de volgende dag op zoek naar opvangbakjes om onder de patrijspoorten te zetten. De brico levert hier de oplossing in de vorm van plantenbakjes, probleem weeral opgelost. De verzorgde haven (8,5€ incl. E/W) ligt alle dagen propvol met schepen langszij. Zo leer je wel snel mensen kennen.

Onze volgende stop is Clerval (opgelet met de ondiepe aanvaarroute). Het is een gek gezicht als de vissers rond je schip wandelen maar met 1,10 diepgang perfect te verklaren. Dit is onze laatste stop op de rivier. Vanaf morgen wordt het terug kanaalvaren. We genieten van onze laatste kilometers op de Doubs. Dit is een absolute aanrader, één van de mooiste rivieren in Frankrijk. Onze trip op de Doubs eindigt in Isle sur le Doubs, een stadje dat veel van zijn mediterrane fleur verloren heeft. De omgeving blijft echter zeker mooi genoeg om er een extra dag aan te besteden.

Het is maandag 2 augustus, en het miezert al de hele nacht. Omdat er weinig wind is gooien we toch de trossen los en beginnen wij aan onze 24km lange trip, met 11 sluizen. Tussen sluis 18 en 17 varen we nog een paar meter over de rivier, die hier het kanaal kruist. Er staat netjes aangeduid dat, bij hogere waterstand, het niet mogelijk is de Doubs te kruisen. Je zou niet meer onder de lage brug kunnen! Weer een nieuw gegeven maar vandaag geen enkel probleem. Na iets meer dan vier uur leggen we aan in de haven van Montbeliard.

We liggen pal aan grote, mooie bloembakken. Dit kleurfestijn zullen we in de ganse stad tegen komen, echt de moeite waard. We blijven een extra dag, er is veel te zien, alhoewel veel daken nog onder zeilen zitten door een hevige hagelstorm enkele weken geleden. Voor liefhebbers van Peugeot, 3000 beschadigde nieuwe auto’s was het resultaat. Vanaf nu moet alles gepland worden. De sluiswachters gaan verschillende sluizen met je mee, dus goed afspreken is noodzakelijk. Natuurlijk kunnen de kapiteins weer genieten van enkele mooie jonge dames die de sluizen bedienen. Gelukkig is er nu en dan een goed uitziende jongeman voor onze dames, anders werd het revolutie.

Omdat er niet te veel water staat, worden we altijd per 2 schepen versast. Dat heeft tot gevolg dat er soms moet gewacht worden. De mooie omgeving zorgt dat de stemming vrolijk blijft en dat wachten leidt tot gezellige babbels. We stoppen in Monceau Chateau, boven op de berg. Vanaf nu gaat het naar beneden tot aan de Rijn, dus rustig versassen op een midden touwtje. We ontmoeten hier Ierse kennissen van verleden jaar, weer een reden om te klinken. Na herstelling van de elektriciteitsaansluiting besluiten we een dagje uit te rusten, zeker omdat het pijpenstelen giet. Het dorp is klein maar aardig bebloemd en we vinder er zelfs een superette.

Samen met de Wikel, vriendelijke Antwerpenaars, starten we al om 7.45 uur, om als eerste de sluizentrap (15 sluizen op 4km) te kunnen nemen. Het gaat ongelooflijk vlot. Alleen aan sluis 12 moeten we wachten op opvaart die grote problemen heeft met in- en uitvaren. Gelukkig gaan ze de andere kant uit. Om 10.50 liggen we keurig aangemeerd in Dannemarie en begint Nicky aan de zoveelste menagestop. We vieren haar verjaardag samen met Herman en Yvette van Wikel. Het is heel tof en behoorlijk laat. Wij blijven nog een dag liggen, Lilly Boyd uit Luik heeft afgesproken om samen tot Strassbourg te varen. Jean-Marie heeft, naar zijn zeggen, te weinig ervaring om zich alleen op de Rijn te wagen. Het wordt een gezellig weerzien na hun autotripje naar huis. Zoals voorspeld hebben zij nu de Waalse Haan uithangen, en varen nu leeuw en haan samen door Frankrijk. De Fransen zijn gerustgesteld dat er geen burgeroorlog aan de gang is in België.

Twee mooie meisjes begeleiden ons tot Heidwiller. De zon schijnt, dus de kledij wordt schaarser. Wij heren genieten volop van het uitzicht als je begrijpt wat ik bedoel. Weer mooie meiden brengen ons de volgende dag 13km en 11 sluizen verder naar Mulhouse. Ondanks een oponthoud door werken bereiken we ons einddoel voor de middagsluiting. De vriendelijke havenmeester wijst ons een makkelijke vingerpier aan, perfect voor de twee boten, netjes naast elkaar, perfect om het aperitief door te geven.

We blijven enkele dagen liggen in deze grotere stad. Er is een goed aangeduide stadswandeling, zeker een aanrader. Met de wagen van onze Waalse vrienden (zij halen hem regelmatig op), doen we inkopen en halen de bestelde impeller op voor onze generator. Nog 2 sluizen liggen er nog tussen ons en de gekanaliseerde Rijn.

Donderdag 12 augustus varen we ons laatste stukje op het Canal Rhone/Rhin om via de grote sluis van Niffer het canal d’Alsace op te draaien. Met 6km stroming mee gaat het plots zeer snel, wel 18km/uur! We moeten een uur dobberen voor de eerste Rijnsluis, wachten op een grote jongen. In de sluis spreken we af dit schip te volgen, indien mogelijk, om wachttijden aan de sluizen te vermijden. Gelukkig gaat hij niet te snel, en aan 19,5 km/u vliegen we over het water. Nog twee sluizen moeten we nemen voor de afslag naar Colmar. Bij het uitvaren van de laatste sluis, trekken ze boven de hemelsluizen open. Het zicht is bijna nul. Er rest ons niets anders dan BB te gaan varen, op zoek naar het toegangssluisje van het kanaal naar Colmar. Het lukt om zonder schade de twee schepen vast te leggen. De sluiswachter blijft lekker in zijn hok tot de hevige bui over is en versast ons dan omhoog. Er blijven nog 6km tot ons doel voor vandaag, Kunheim. In de haven is zogezegd geen plaats (lekker wel), maar we willen geen discussie en vinden een leuk plekje aan de volgende sluis. We liggen hier mooi en het is er muisstil en pikdonker, dus schitterend slapen.

De volgende dag starten we om 9uur voor het laatste stukje naar Colmar. We moeten wel mooi in het midden blijven door de vele waterplanten en het even groot aantal vissers. De sluiswachter van de laatste sluis meld ons bij de jachthaven, van service gesproken. We kijken onze ogen uit. Zoveel bloemen in een haven hebben wij nog nooit gezien, en verzorgd! Spijtig genoeg is de ligprijs aangepast aan dat aantal, meer dan 21€/nacht.

Omdat we zo vroeg aangekomen zijn kunnen we onze stadswandeling nog deze namiddag uitvoeren. Colmar is schitterend, een echte sprookjesstad. In de wijk “Petit Venise”, hangt de sfeer van Brugge, of van de “Snoor” in Bremen, gezellig druk en een ontelbaar talenpalet. Omdat de oude stad lekker compact is kan je dit alles bekijken in een dikke halve dag. Zo moet je geen duur liggeld betalen voor een langere periode. We genieten nog lang op ons dek van een prachtige avond met toffe buren.

Omdat de Maas opnieuw gestremd zal zijn vanaf 15 september blijven we niet plakken en vertrekken de volgende morgen naar Breisach, net op de Rijn.

Je vindt hier een goed uitgeruste haven, op wandelafstand van de Altstadt aan de overkant. We maken dan ook een kort uitstapje naar Duitsland en eten lekker ijs. Op zondag 15 augustus beginnen we, met drie schepen, op tijd aan ons laatste stuk Rijn. De stroming is nog sterker geworden en, aan 1600 toeren, varen we al 21km/uur. De twee sluizen gaan uiterst vlot, zelfs met de jachten alleen. We gaan 12 en 10,6 meter naar beneden in no time. Na de laatste sluis moeten we gelijk BB indraaien naar het kanaal richting Strassbourg. Het wordt even moeilijk door golfslag van vrachtvaart en ondiepe invaart. De sluiswachter is niet erg alert en de hoorn moet hem wakker schudden. Dan gaat het wel vrij snel en kunnen we invaren, samen met Lilly Boyd. Het derde jacht gaat over de Rijn verder.

Met een tussenstop in een haventje van “le Boat” in Boofsheim en de VNF kade in Kraft, bereiken we, met enkele hindernissen veroorzaakt door huurschepen en een lek in de dijk, Strassbourg. Omdat de Bassin de l’Hopital te moeilijk is met onze grote hond Amor, besluiten we om door te varen naar het gezellige Souffelweiersheim,een absolute aanrader.

Hier eindigt dit reisverhaal van de Hygiëa. De trip naar huis vanuit Strassbourg, gaat over Canal Marne/Rhin, de Maas, de Samber, de Schelde, Kanaal Gent/Oostende, Plassendale Vaart en de IJzer.

Wij hopen dat jullie genoten hebben van dit reisverslag en het jullie kan aanzetten ook de stap te wagen om dit wondermooie vaarwater te ontdekken. Veel vaarplezier en tot onderweg, of in ons aangename Diksmuide.

Walter en Nicky (m/y Hygiëa) met woefje Amor.

Plaats een reactie